Een “must” voor hen die soms niet in optimisme geloven … (10): “New York, New York”

Holy Shit, wat is dit toch geweldig! Ryan Adams is fantastisch (ook met Whiskey Town; kijk dat na!), de musici, de dynamiek, de problemen die je krijgt met je eigen ademhaling.
Samen met P. en zestig anderen heb ik Ryan een keer zien en horen optreden in Concerto in Amsterdam. The best sounding record shop in the world noemde hij de onvergelijkbare winkel waar hij, na zijn concert, nog twee uur is blijven rondsnuffelen tussen oude en nieuwe platen, hoorde ik later van éen van de leden van het personeel.
Hij zet zich met dit nummer natuurlijk naast Frank Sinatra en ik moet eerlijk zeggen dat ik niet weet wie wint. Want naast Elvis, die God is, is Frank dat ook, al ben ik streng in mijn leer van het atheïsme.
Ik haat Londen en, voor het gemak, de meeste Engelsen, of in ieder geval het Britse koninkrijk, al zou ik ergens gerelateerd zijn aan Mary Queen of Scotts. Ik vind Parijs fijn, Berlijn geweldig evenals Keulen en Frankfurt en Cahors. Je weet soms niet waar je het vandaan haalt, maar NY dus ook top.
Ik bedenk ineens iets, maar dat gaat wel druistig tegen alle regels in, namelijk om in éen (1) bericht twee (2) liederen op te nemen: het titelwerk natuurlijk, maar ook een overweldigend lied uit de buitencategorie dat hij zingt samen met de vernietigend overweldigende Emmylou Harris en dat niets met ons zondags optimisme te maken heeft, maar alles met Liefde. Mijn tranen, vooruitlopend op jouw ontroering, liggen reeds op een schaaltje naast mijn toetsenbord …

Een “must” voor hen die soms niet in optimisme geloven … (8): “Soley, Soley”

Meine Güte (dat is Duits voor iets “Mijn Hemel”-achtigs), wat doet dit nummer de naam van de groep eer aan. Op het eerste gehoor is het ook heel begrijpelijk dat je denkt: “Jezus Christus, waar komt Hans nou weer mee aan?”, maar het is echt een liedje dat zich naar binnen vreet. Nou, eigenlijk natuurlijk uitermate aan de oppervlakte blijft, maar wel als een soort bloedzuiger, vooral bij vaker beluisteren (leuker kan ik het niet maken).
Ik vind het in zijn opgewektheid ook nogal abstract, al heb ik het altijd in de richting begrepen van “soelaas” en “zonnig”, vooral omdat ik, in de eerste jaren dat ik het hoorde, slechts over een onderhuidse kennis van het Engels beschikte. Soms heb je geen flauw idee waar een tekst over gaat, maar besluit je dat je daar tóch de rest van je leven mee toe kan. Ook nu ga ik de lyrics niet opzoeken, ontrafelen en voor mijn lief publiek ontsluiten. We zoeken het maar uit!

Ik kom er niet helemaal vanaf of ik me moet verontschuldigen voor die bipsen van Sally Carr op het hoesje van deze single. Er zijn erger dingen in de wereld, maar soms weet je het niet meer, tegenwoordig … Ze treedt trouwens nog steeds op, dat dan weer wel …

Een “must” voor hen die soms niet in optimisme geloven … (7): “The Weight”

Okay, nu voor degenen die vooral, bij prachtmuziek, van de bewegende beelden houden, het geweldig in elkaar gemonteerde “The Weight”. Een song vijftig jaar geleden voor het eerst gemaakt (want daarvoor bestond het nog niet en daar moeten we, net als bij andere grote (en kleine) kunstwerken, steeds bij stilstaan) door The Band.
Ik begrijp dat dit een aflevering is uit een serie waarin mondiale samenwerking tussen muzikanten in een uitvoering van een briljant lied voorop staat.
Of dit lied nou wel precies voldoet aan de bij een gepensioneerde notaris vastgelegde uitgangspunten voor Het Optimistische Zondagslied (HOZ) weet ik niet, betwijfel ik, maar de video is wel zo voortreffelijk, hoopvol en diep, diep ontroerend en mooi dat ik hem (haar) er toch maar tussen prop. Dan hebben de kijkertjes ook eens wat en begeleid door mooie muziek als een extraatje.
Eigenlijk is het ook best wel een lied dat je opgewekt kan zingen wanneer je van je werk op weg bent naar huis, zoiets …
Verder wil ik met iedereen de degens kruisen die beweert dat Ringo Starr (net 80 geworden al ziet hij eruit als 63, net als ik, maar ik bén ook 63) een middle of the road drummer is (oh, die Engelse bijvoeglijkheid brengt me ineens op een ander idee voor deze reeks, maar dat blijft nog effekes een verrassing).

Die gezamenlijke muziek-serie is wel prachtig hoor. Nu beland ik, na andere indrukwekkende uitvoeringen, in ene in “Take Me Home” van John Denver, waar ik, waarschijnlijk als verrassing voor veel Nederlandse huisvrouwen, ook een groot fan van ben: Shaken and Stirred, dus.

Een “must” voor hen die soms niet in optimisme geloven … (6): “Downtown”

Een of andere gek heeft hier, als beeldmateriaal, een diashow bij geplaatst, waarvoor mijn plaatsvervangende (by proxy) welgemeende excuses, maar het is de mooiste weergave op het internet.
Toen dit lied de hitparades besteeg was ik 7 jaar oud. Het is wat! Maar mijn leven had er anders uitgezien zonder Petula Clark, al was uiteindelijk Dusty nog beter.
Dit is echt een nummer waar je mee op moet moet staan, liefst mee onder de douche moet.
Voor hen die zich geen speakers in de “natte ruimte” kunnen veroorloven moeten de buren maar even drie minuten en zes seconden begrip opbrengen wanneer “Downtown” vanuit de huiskamer de badkamer binnen schalt. Bovendien is het voor die buren ook een goed begin van de dag, al vergt zoiets soms enige overtuigingskracht.

Een “must” voor hen die soms niet in optimisme geloven … (5): “Cantaloop (Flip Fantasia)”

Tering, dat was even zoeken. In het geheugen vooral, want dit nummer stond op een verzamel-cd (It’s a Jazz Thing) die ik ooit van een vriend kreeg aangeraden. En die vriend heb ik niet meer en die cd ook niet. En ik houd nogal wel zo tamelijk zeer buitengemeen en met alle respect helemaal niet van jazz (of Jats, zoals sommige Duitse vrienden het prefereren, net zoals Poenkmoesiek in plaats van gewoon Punk. Nou ja, ’s lands wijs, ’s lands eer, al moet je daar bij onze Oosterburen natuurlijk mee oppassen). Wel toen mijn schoonvader me ernaar liet luisteren, maar die is dood. Of met goede vriend H., die zelf alleraardigst musiceert, maar tegenwoordig zetten we steeds iets anders op of genieten we van de stilte en de vogels in het bos waar hij tegenwoordig residentie houdt.
Het is een milde opgewektheid die in dit nummer doorklinkt, een soort afwasoptimisme (dat accepteert mijn spellingcontrole natuurlijk niet, maar ik wil het wel voordragen als Woord van het Jaar, want overdrachtelijk is het sterk, al zeg ik het zelf).
Maar let op, bij vaker beluisteren heeft het ook een virale kwaliteit, om maar even in de buurt van de actualiteit te blijven. Na het inruimen van de machine of het wegborstelen van het laatste restje lasagna dein je nog een tijdje door: “Funky, Funky!”

Deze keer laat ik een filmpje zien, de “officiële video”, maar normáliter geef ik de voorkeur aan de statische hoes, want die zingende leuke kop van zo’n jongen of de mooie benen van zo’n meisje leiden alleen maar af van het luistergenot (sprak hij streng).

Een “must” voor hen die soms niet in optimisme geloven … (4): “Bottle Rocket”

Dat gedoe met die zondag laat ik maar schieten …
Hierbij een lied dat maar verdomd weinig mensen kennen, als ik zo vrij mag zijn, maar ik durf er bij Roulette wel voor op de nul te spelen. En ja, wat is het eigenlijk, naast een steeds opwinder wordende vrolijke keet? Het nummer was natuurlijk niet mogelijk geweest zonder Phil Spector, The Ramones, Gladys Knight, The Hollies en een hele zooi hip-hop en rap-gedoe, maar toch staat het op zichzelf.
Bijsluiter: Door het noodzakelijke dansen loop je kans om spieren te verrekken. Vooral de onderrug is kwetsbaar, let daar alsjeblieft op!

Een “must” voor hen die soms niet in optimisme geloven … (3): “Sunstreet”

En jawel hoor, eindelijk is het weer zondag. Eerder deze week kleurde ik even buiten de lijntjes (God, wat heb ik een hekel aan deze uitdrukking!) door vroegtijdig een optimistisch lied te publiceren. Vandaag echter “goed bezig” (ook zo’n ellendige formulering) en wel met de volgende luistersuggestie:

Ik geniet in ieder geval; ik hoop iemand anders ook.

E-mail aan lieve vriendin H. – dd. 10 april 2020

Inderdaad legt deze pokkeherrie enigszins buiten mijn comfort zone. Toch kan ik er, op mijn eigen bescheiden wijze, ook wel weer van genieten. Eigenlijk is alles herrie; gewenst of ongewenst geluid: kanaries, The Beatles, een opgevoerde motor, Maria Callas. Het is maar van welke organisatie van herrie men houdt. Vanmiddag, kijkend naar de Antiques Road Show, legde een kennis van 28 jaar oud me hier en ter plekke uit hoe het gaat met het beoordelen van diamanten. Het gaat om de vier C’s: Carat, Color, Cut en Clarity. Weliswaar had, van de aangeboden overweldigende, maar voor mij te verwaarlozen armband ik de periode goed (Art Deco) en zelfs het jaar (1927, een schot van afstand maar in de roos waarmee ik natuurlijk veel indruk maakte), maar waar het de waarde betrof schoot ik mis. Ik zei € 35.000,00 en mijn jonge vriend zei € 50.000,00. Hij zat er dichterbij omdat de geschatte waarde € 150.000,00 was. 
Zo is het met alles in het leven: het weer, jouw en mijn schoonheid, mieren, de relativiteitstheorie … We kunnen door van alles en nog wat verheven worden of terneer gedrukt. Ik zit wel de hele tijd, tijdens het schrijven aan jou bedoel ik, naar Elder te luisteren en, zonder rekening met mijn voorkeuren te houden rampetampen ze er lekker op los (wat ook hun goed recht is). Ik hoor ook dat ze het goed georganiseerd hebben. Ze moeten schatplichtig zijn aan een band als The Free, later van een andere naam, die me even ontschiet, oh ja, Bad Company, met Paul Rogers als zanger, die later ook nog even de door mij zelden betreurde Freddy Mercury heeft vervangen. Ken je trouwens The Babies? Elder klinkt voor mij als the basics van beide bands, als een amalgaam, met natuurlijk van alles en nog wat aan metal en ander geweld ingemixt. Tot zover mijn cultuurhistorische beschouwing.
Schuiven de keukenladetjes intussen een beetje?
Alle liefs voor jou en voor het huis en nogmaals voor jou!

Een “must” voor hen die soms niet in optimisme geloven … (2): “Georgy Girl”

Ooit schreef ik eens dat het mooi zou zijn als het elke dag zondag was; en dan een vroege zomeravond waarop een fanfareorkest van het Leger des Heils in kleine bezetting, met een minimum aan burengerucht, ergens op de hoek van een straat speelt zonder enig besef dat God met de Big Bang mee ontploft is. Als een soort heimwee naar melancholie.

In E”M”VHDSNIOG (1) meldde ik mijn voornemen om elke zondag een opwekkend nummer voor te stellen. Wegens mijn kinderlijke inborst en enthousiaste ongeduld kom ik er reeds nu toe (het is een donderdag).
En tsja, wat zal ik er van zeggen: het is meer een oproep tot optimisme, een aanmoediging. Luister maar …