Tering, dat was even zoeken. In het geheugen vooral, want dit nummer stond op een verzamel-cd (It’s a Jazz Thing) die ik ooit van een vriend kreeg aangeraden. En die vriend heb ik niet meer en die cd ook niet. En ik houd nogal wel zo tamelijk zeer buitengemeen en met alle respect helemaal niet van jazz (of Jats, zoals sommige Duitse vrienden het prefereren, net zoals Poenkmoesiek in plaats van gewoon Punk. Nou ja, ’s lands wijs, ’s lands eer, al moet je daar bij onze Oosterburen natuurlijk mee oppassen). Wel toen mijn schoonvader me ernaar liet luisteren, maar die is dood. Of met goede vriend H., die zelf alleraardigst musiceert, maar tegenwoordig zetten we steeds iets anders op of genieten we van de stilte en de vogels in het bos waar hij tegenwoordig residentie houdt.
Het is een milde opgewektheid die in dit nummer doorklinkt, een soort afwasoptimisme (dat accepteert mijn spellingcontrole natuurlijk niet, maar ik wil het wel voordragen als Woord van het Jaar, want overdrachtelijk is het sterk, al zeg ik het zelf).
Maar let op, bij vaker beluisteren heeft het ook een virale kwaliteit, om maar even in de buurt van de actualiteit te blijven. Na het inruimen van de machine of het wegborstelen van het laatste restje lasagna dein je nog een tijdje door: “Funky, Funky!”
Deze keer laat ik een filmpje zien, de “officiële video”, maar normáliter geef ik de voorkeur aan de statische hoes, want die zingende leuke kop van zo’n jongen of de mooie benen van zo’n meisje leiden alleen maar af van het luistergenot (sprak hij streng).