
Datum: 2 december 2022
Behandeld door bestuurszaken.bel@amsterdam.nl
Onderwerp:
Uw e-mail van 21 november 2022 over de reclamebelasting
Geachte heer Gieles,
Dank voor uw e-mail van 21 november 2022, waarin u aandacht vraagt voor de voormelding voor de reclamebelasting die door Belastingen Amsterdam is verstuurd aan de gebruikers van het bedrijfspand van Studio Stallinga vanwege een wandschildering. U stelt dat deze wandschildering niet als reclame zou mogen worden beschouwd, omdat het een autonoom kunstwerk betreft dat op geen enkele wijze verwijst naar de bedrijfsmatige activiteiten die in het pand worden ontplooid. U vraagt daarnaast of – en zo ja, op basis waarvan – het beoordelen van de uiting aan het pand binnen ons ambtsgebied valt. Graag licht ik in deze brief toe hoe de reclamebelasting in Amsterdam wordt toegepast, hoe in de context van de reclamebelasting wordt omgegaan met kunstuitingen in de stad en waarom de belastinginspecteur het bevoegde bestuursorgaan is voor de uitvoering van gemeentelijke heffingen.
Belastingen voor openbare aankondigingen
Anders dan de term reclamebelasting in eerste instantie kan doen vermoeden, schrijft de Gemeentewet in artikel 227 voor dat deze heffing niet alleen betrekking heeft op reclameboodschappen, maar op openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Op basis van jurisprudentie dient de gemeente een ruime uitleg van het begrip openbare aankondiging te hanteren: elke uiting van commerciële of ideële aard die is gericht op het trekken van de belangstelling van het publiek voor een dienst, een product of een boodschap geldt in beginsel als een openbare aankondiging.
Ook kunstuitingen kunnen de functie van openbare aankondiging hebben
In algemene zin geldt dat autonome kunst – zonder duidelijke afzender of relatie met een specifieke dienst, een product of een boodschap – buiten de reclamebelasting valt. Dat kunnen bijvoorbeeld muurschilderingen zijn, gedichten, sculpturen, maar ook historische gevelreclames. Wanneer een kunstwerk echter verwijst naar de functie van het gebouw waaraan het kunstwerk is bevestigd of de exploitant daarvan, kan het de functie hebben van een openbare aankondiging zoals bedoeld in de Gemeentewet. Met andere woorden: of iets kunst is of niet doet voor de heffing van de reclamebelasting niet ter zake, het gaat om de vraag of het een uiting betreft waarmee de aandacht van het publiek wordt getrokken voor een dienst, een product of een boodschap.
Belastinginspecteur als bevoegd bestuursorgaan
Het voorkomen van subjectiviteit en willekeur bij de uitvoering van gemeentelijke belastingen is een belangrijke reden waarom in de Algemene Wet inzake Rijksbelasting (AWR) is vastgelegd dat belastinginspecteur het bevoegde bestuursorgaan om belastingaanslagen op te leggen. Bij het heffen van de reclamebelasting is de door de gemeenteraad vastgestelde verordening leidend. Vervolgens is het aan de Belastinginspecteur om deze heffing uit te voeren, rekening houdend met de randvoorwaarden uit de wet en de jurisprudentie. Uiteraard houdt de inspecteur daarbij rekening met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur zoals het gelijkheidsbeginsel, proportionaliteit, doelmatigheid en het rechtzekerheidsbeginsel. Het is aan de belastinginspecteur om – met inachtneming van de kaders zoals gesteld door de raad en alle omstandigheden van het specifieke geval – te beoordelen of het belastbare feit zich voldoet, niet aan het college.
Rechtsbescherming voor belastingplichtigen
Naar aanleiding van de voormelding is in de casus waar u aandacht voor vraagt door de
belanghebbende contact gezocht met Belastingen Amsterdam. Deze voormelding is bedoeld om inzicht te bieden in de uitingen die de gemeente heeft geregistreerd en belanghebbenden in de gelegenheid te stellen om daar op te reageren bij onjuistheden of vragen over te stellen. Daarmee probeert Belastingen Amsterdam fouten of onduidelijkheden te herstellen bij de uitvoering van deze nieuwe heffing, voordat de daadwerkelijke aanslagen worden verstuurd en wordt interactie tussen Amsterdammers en de gemeente als responsieve overheid gestimuleerd.
Belastingen Amsterdam heeft de belanghebbende van de casus die u onder onze aandacht heeft gebracht gevraagd om aanvullende informatie te verstrekken. Op basis van die informatie zal de inspecteur beoordelen of met het kunstwerk de aandacht van het publiek wordt getrokken voor de activiteiten in het pand. Als dat zo is, dan wordt het kunstwerk gezien als een openbare aankondiging zoals bedoeld in de Gemeentewet. Wellicht ten overvloede wil ik u er tot slot op wijzen dat het voor een ieder die het niet eens is met de gemeentelijke belastingaanslag zodra die begin 2023 wordt verstuurd, hier altijd de mogelijkheid tot bezwaar en beroep voor open staat.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Hester van Buren
Wethouder Financiën