La petite Mort *

Omdat in april 1975 mijn jaren des onderscheids reeds enigszins onderweg waren, maar ik nog wel thuis in Haarlem woonde, was ik, wegens ontstentenis van een fatsoenlijke hi-fi-installatie, voor de informatie over recente ontwikkelingen op muziekgebied vooral afhankelijk van mijn eenogige radio die soms wel, maar soms ook niet, beluisterbare signalen doorgaf. Daarnaast was onze achtertuin een belangrijke bron, want die grensde aan éen van de weinige achterbuurten van Haarlem. Die achtertuin heette bij ons het BB-plein, want de vrijwel volledige betegeling van het buitenplaatsje, waar ik met mijn jongere broers en zussen aan rolschaatsen en trefbal deed, was aangelegd door mijn vader en een oudoom. Beiden heetten Bernard, dus vandaar BB** (en zonder ook maar enige implicatie van de borsten van Bardot, want als die al bij ons bekend waren, dan alleen in gecensureerde vorm).

Volgens mij moet er nog steeds een Place BB worden aangelegd, al zijn haar rechtse sympathieën walgelijk, natuurlijk.

Over onze achtertuin heen werd vanuit de wijde omgeving volop, in tegenstelling tot binnenshuis, rock- en popmuziek gespeeld. En luid ook, want in dat buurtje achter ons trok niemand zich iets van elkaar en van ons aan. Ik had daar, jaren eerder, Tom Jones al leren kennen, Dusty Springfield en The Beatles, om een paar voorbeelden op te sommen die me nog steeds dierbaar zijn. Verder had ik wat schoolvrienden die thuis wèl alles mochten beluisteren en die me, op basis daarvan, regelmatig konden bijpraten en bijspelen. Naast de achterburen heb ik hen veel te danken (Bruce Springsteen, Jackson Brown, Bonnie Raitt, Sam Cooke, & zo voorts).

Ik haat nostalgie omdat ik binnen dat concept steeds aan van alles en nog wat terug moet denken terwijl ik eigenlijk zeker weet dat het beter is om iets anders te overwegen. Maar ik ben dol op zaken die me m’n hele leven bijblijven en die steeds actueel zijn, om het maar eens te zeggen op een manier die de gemiddelde journaalkijker aanspreekt. Stemmen en melodieën die voortdurend een nieuwe waarde of betekenis blijken te krijgen. Alles bij elkaar geen oorspronkelijk idee van mij, maar originaliteit is ook maar zo lang als ze breed is.

In mijn nogal late bloei, of eigenlijk nog steeds behoorlijk in de knop, besefte ik niet dat ik Minnie Riperton’s Loving You in verband behoorde te brengen met het vrouwelijk orgasme. Ik was in 1975 pas 18 en zij al 28 toen ze het nummer ter wereld bracht. En al heb ik intussen wel een behoorlijk paar vrouwen horen klaarkomen, via het web of in de dagelijkse praktijk, nog steeds zie ik het verband niet helemaal (wel een beetje, vanzelfsprekend), al kwam een vorm van extase wel degelijk over.


Extase van de heilige Theresia van Ávila door Gian Lorenzo Bernini. Mooi hè?

Ik vind het ook een volstrekt enkelvoudige interpretatie. Eenieder is natuurlijk gerechtigd om haar of zijn interpretatie van een of ander nummer aan te hangen, maar toen ik ooit eens meemaakte dat de NCRV het lied Walk on the Wild Side van Lou Reed op de radio afspeelde alsof het zijn hit Perfect Day betrof, vielen me toch een paar schellen van de oren. Het is dus kortom wat je met een lied wilt.
Ik ben van mening dat Loving You de véel betere versie is van When I’m 64 van The Beatles/McCartney: “Will you still need me, will you still feed me …”. Liefde wordt hier wel geïmpliceerd, maar schittert in de tekst door afwezige geldigheid. Het gaat bij “64” natuurlijk met name om een toespeling op slechts éen andere leeftijdscategorie, maar die impliceert Riperton net zo goed; liefde inclusief het ouder worden: And we will live each day in springtime. Liefde die jong is en blijft, die klaar komt met een perspectief op de tijd.
Een vergelijking met Wuthering Heights van Kate Bush dreigt ook op de voorgrond te treden. Bush en Riperton hadden beiden een klassieke zangopleiding en waren dus kundige vakvrouwen. Hoe fraai Kate’s compositie en uitvoering ook zijn, er dringt zich een zekere gekunsteldheid, een naar adem zingen, op. De uitvoering van Riperton ademt een overweldigende natuurlijkheid, tot in de verste hoeken van de melodische extremiteiten; het blijft een loflied, een aubade, een ochtend- en een avondzang, een belofte en een verheerlijking.

Wat denken de tv-kijkers bij de recente reclame van de Jumbo-supermarktketen? Het bureau dat de reclames verzorgt moet ermee bij de familie Jumbo zijn aangekomen; ze zullen geen carte blanche hebben. Omdat de rechten op het gebruik ervan niet geheel gratis zullen zijn geweest, zal de familie volledig zijn geïnformeerd over het lied en zijn geschiedenis en interpretaties.
Omdat Minnie Riperton (bijna gemakkelijk) over een enorme tessituur beschikte die ze in Loving You volledig inzette, moet het ontroerend element van deze compositie en uitvoering een overtuigende impact op de familie hebben gehad. En dat het bureau dus met een vette knipoog mag verwijzen (of de kinderen toevallig niet even de hond moeten uitlaten, zodat vader en moeder elkaar in hun liefde voor elkaar nog eens kunnen “verheffen”) naar liefde, ook naar “de liefde” die een gezinsvorming heeft opgeleverd. Dus niet in puber- of twintigersjaren van waaruit Riperton in eerste instantie zong, geeft aan dat de familie een begripsvolle vrijbrief heeft gegeven aan de makers. En heeft het ook bij die familie een besef, en oude en nieuwe gevoelens, wakker gemaakt (ik verzin maar wat)?

Uit “de oude doos” is iets tevoorschijn gekomen, dat de actualiteit actueler maakt. Loving You is voor iedereen te begrijpen, aan te voelen. Ik zou bijna zeggen dat het een lacune, een leeggelopen vijver, vult. En het is, in deze problematische tijden, waarschijnlijk een hartenschreeuw namens veler borst. En in zekere zin een pleister op menige wond.
Dat je van Loving You ook nog eens de godganse dag niet meer af komt en het, zoals E. en ik, luid op straat zingend (en toevallig op weg naar de betreffende supermarkt), aan de wereld ten gehore brengt, is een bijkomend voordeel, waarvoor soms redenen te over zijn …

*
https://www.misssteel.nl/blog/la-petite-mort-uit-emily-in-paris/
Om maar te verwijzen naar een blijkbaar actuele Chiclets-serie op éen of andere aanbieder …

**
P. S.
Mijn goede vriend B. mailt me zojuist, zeer waarschijnlijk na het lezen van mijn tekst, een uitvoering van Je t’aime door BB en Serge Gainsbourg. Luister en beoordeel zelf of het past binnen de context van mijn goeie bedoelingen.

Gepubliceerd door hnsgls

Het is me intussen, omdat het me inviel, duidelijk geworden dat ik vignetten schrijf. Geen korte verhalen. Een soort broche, dus, of een dasspeld of een oorbel die ik aan mijn leven vastprik. Dat er thematisch weinig touw aan vast te knopen valt neem ik op de (ver)koop toe. Terugkerende gegevens zijn de beeldende kunst, architectuur, de liefde, taal en mijn wens om zoveel mogelijk zaken in het leven met elkaar te verbinden. Daarnaast publiceer ik af en toe een e-mail die ik aan deze of gene schrijf of heb geschreven. Mijn profielfoto is dertig jaar oud en een deel van een portret van drie galeriehouders, Milco, Adriaan en mezelf, dat in 1990 gemaakt werd door Paul Blanca. Speels doel van Paul was, denk ik, om ons er zo ijdel mogelijk op te zetten en dat lukte goed.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: