Honderd Dronken Cardiologen

In de bundeling uit 1995 van fraaie gesprekken met cabaretiers over hun vak, spreekt Coen Verbraak ook met Martine Bijl. Martine vond ik, al ontmoette ik haar nooit, éen van de spitsvondigste vrouwen van Nederland en, voor zover mijn kennis reikt, stak ze ook de meeste vrouwen van buiten onze landsgrenzen naar de kroon. Amy Schumer, bijvoorbeeld, is op een onverschrokken manier aanstekelijk, maar als we in een wereld zouden leven waarin het schokken en geschokt zijn afgedaan hadden, zou er weinig talentvols overblijven. Van Martine Bijl daarentegen vrijwel alles. Als haar naam genoemd wordt word ik vrolijk, al realiseer ik me dat zich achter haar hilarische, publieke karakter een serieuze, bedachtzame en zeer intelligente vrouw verborg. Haar humor had voor mijn gevoel, met alle respect, altijd een Januskop: vrolijkheid in het volle besef dat je altijd wel moest blijven oppassen. Ik wil het even niet beter uitdrukken.

In Verbraak’s gesprek met Bijl vertelt zij hem over de lange periode in haar theaterleven voordat ze haar eerste eigen voorstelling durfde te ontwikkelen. Zo meldt ze bijvoorbeeld: “Je leert veel van het spelen voor een zaal met honderd dronken cardiologen tijdens een dinertje.”

– Beslist NIET dronken cardiologen van het Radboud UMC … –

Bijl bedoelt hiermee natuurlijk aspecten van haar leerproces als cabaretière inzichtelijk te maken, maar de zin is zo onbedaarlijk grappig, zo méer dan overdacht scherp geformuleerd. Ik kon, na het lezen hiervan, enkele minuten niet ophouden met luid lachen, terwijl ik toch kort daarvoor gesprekken met Joep en Freek had doorgenomen: nog geen glimlach kon daar bij mij af. Alle minuten gingen bij hen op aan staren, leunen op tafelbladen of zwijgen met gesloten ogen achter brillen.

Het tweevoudige, drievoudige, wonderschone binnenrijm in die “honderd dronken cardiologen” is al geweldig, maar het aantal (een redelijk groepje publiek voor éen beginnend comédienne), de vermelding van de alcoholische intoxicatie en van de door haar gekozen beroepsgroep van specialisten, schuiven deze mededeling ver over de schreef van een aannemelijke anecdote. Het benoemen van de gelegenheid, “het dinertje”, rondt de boel mooi af. Maar de andere kant van de medaille laat ze bewust een rol spelen. Haar stem, haar lichaam, door roodneuzige zatlappen bespot voor een fooi …

Ik ben er vrijwel zeker van dat ze, tijdens deze fase van het interview, zittend aan haar keukentafel, het tafereel ter plekke verzon, maar het zo omschreef omdat het zo fijn was om te zeggen. Ook al zal ze evenredige ervaringen in haar vroege carrière zeker gehad hebben. Gewoon omdat ze wist dat het gaaf uit haar mond kon komen, het lekker klonk, en het  illustreerde wat ze wilde illustreren. Op stoom gekomen schoonheid!
Ik beoog bij dezen niet een hagiografie over Martine Bijl te schrijven. Wat ik bijzonder vind is dat ze op deze manier iets vertelt over het opbouwen van ervaring. Over het je eigen maken van iets waarvan je je nog niet eens bewust kunt zijn waartoe het leiden zal.

Onlangs lag ik, voor iets relatief onbenulligs, een paar dagen in een ziekenhuis. In de loop van die dagen kwam een paar maal per dag een jonge vrouw langs om een aantal wensen van mij en mijn kamergenoten, twee oudere dames zonder ambitie, te vervullen of om onze bloeddruk te meten of ergens iets in te spuiten, een weinig antistollingsmiddel in mijn buik, bijvoorbeeld. Een sportief, nieuwsgierig en vrolijk meisje van voor in de twintig, dat als stagiaire tijdelijk op onze afdeling werkte.
Omdat ik in mijn leven heb geleerd om ook interesse in een ander te tonen vroeg ik haar hoe ver afstuderen nog van haar vandaan lag. Elf jaar, antwoordde ze. Wat word je dan?, was mijn vraag, verbaasd over de door haar genoemde periode. “Neuroloog!”, zei ze opgewekt en trots.
Dit lijkt twee mensen met elkaar te verbinden: Martine Bijl en deze jonge vrouw wier naam ik me niet meer herinner. Annemie?
Die verbinding bestaat ook, maar niet vanwege Annemie’s vooruitzichten. Martine vertelt over haar leerproces, er op terugkijkend, en Annemie reflecteert op haar toekomst in de zekerheid dat als ze voor mij een banaan haalt, een pijnstiller, of mij in de rolstoel helpt, ze als het ware op het podium van haar voorland aan het klauteren is, met het oog gericht op de zekerheid van onzekerheid. Het zelfvertrouwen van Annemie wekte grote indruk, misschien mede omdat neurologen ook best een borrel lusten.

Een mens leert door dingen te doen, daarna soms door dingen na te laten, of doordat er iets verboden wordt of, een enkele keer, geadviseerd. Op school leerde ik zelf iets meer voor de vorm dan vanwege de inhoud, pas daarna het omgekeerde. Vorm en inhoud horen natuurlijk bij elkaar, maar door passen en meten leer je die veel later in elkaar te schuiven. En sommige mensen leren het nooit.
Zaken afleren hoort ook bij het leerproces; het is allemaal wat ingewikkeld. Martine Bijl vertelt in het gesprek over een liedje dat ze onderdeel van haar eerste programma maakte. Een liedje waarvan ze de inhoud helemaal kon bevestigen. Maar de toon van de tekst hoorde helemaal niet bij haar. Zie die tegenstelling maar eens op voorhand te herkennen. Na een paar voorstellingen besloot ze het te schrappen.

Je beweegt je als aankomend performer, maar ook als mens dat zich ontwikkelt, in een biotoop waarvan je de spelregels niet kent, waarin je de wapens van het duel niet eerder hebt gehanteerd, niet eens het en garde-moment. Je omgordt je met een vrolijk gekleurde band om je kamerjas, je niet beseffend dat je een judo-arena betreedt.
Al doende leert men, zeker, maar plakt het geleerde dan ook aan het voorafgaande vast? Of blijven ervaring en gedrag zich nog enige tijd parallel aan elkaar bewegen zonder te convergeren?
Je kan in een café een borrel naast een biertje bestellen. Blijkbaar zijn er voor drinkers dan twee mogelijkheden: je drinkt van het éen en je nipt van het ander. Of je kiept de borrel in het bier, sommigen doen het met glas en al. Ze drinken gulzig, en vragen om een volgende ronde, niet alleen voor zichzelf. Langzamerhand houd het trillen op; dat hebben ze geleerd.

“Ik zoek niet, ik vind”, zei Picasso. Wat betekent dat wanneer we dat op leren projecteren? Bedoelde hij dat dingen hem maar kwamen aanwaaien? Dat hij wat met zijn kwasten zwabberde? Ja!, zouden mijn ouders hebben gezegd, Piet Kassa, zo noemden ze hem, want die waren behoudend, ondermaats nieuwsgierig en nauwelijks sprankelend. “Jawel, Frank Sinatra heeft wel eens een mooi liedje gezongen”, zei mijn moeder dan. En ik maar denken: “Waar komt al die schoonheid dan vandaan?”. Je kunt dus ook iets leren doordat het je onthouden wordt, of dat het tegenbeeld je wordt voorgehouden. Maar daaropvolgend is zoeken een vereiste. Pablo Ruiz, zijn moeders naam was Picasso, wist, evenmin als Annemie en Martine, waar en hoe zich zijn succes zou ontbolsteren. Hij was een trotse man, evenals Martine een trotse vrouw was en zoals Annemie zeker is en zal blijven, dus vormen van zelfvertrouwen bestaan, hoewel je ook moet leren om dat te geloven.

Voor mij was er veel níet te vinden, althans niet volgens Pablo’s adagium. Het tevergeefs zoeken had bij mij de overhand. Maar een enkele keer kon ik ook wel eens ergens tegen aan lopen … Of ze liepen tegen mij aan.
Ik was vroeger, en dat is niet om op te scheppen, een verschrikkelijk mooie jonge jongen, zei men. Ik was de tweelingbroer van Dorian Gray. Hoe kan je zo’n ijdele uitspraak verdedigen? Ik was, als jongetje en dat besef ik nu, die bovengemiddeld fraaie puber, want gelukkig hebben we de foto’s nog. Zeer vele jonge vrouwen, meisjes, soms ook mannen, werden verliefd op mij, maar daar had ik niets over geleerd. Ik had nog niet opgetreden voor honderd dronken cardiologen. Wel een keer pluisje geblazen op een feestje in Hillegom, maar daarmee was ik niet op het weg naar het podium. Ik wist van niets en van elke jonge vrouw die me wilde laten oefenen keek ik weg. Vallen als een dauwdruppel was, als leerschool voor mij te veel, maar uiteindelijk vond zo’n druppel mij (hier ben ik waarschijnlijk ook schatplichtig aan Oscar Wilde). Ik zal haar naam niet noemen, maar ze weet wie ik ben.

Daarna ging het oefenen door, zij en ik, zij aan zij, maar vooral ik.
Wist ik veel. Ik deed maar wat. Sommige dingen kon ik goed en andere deed ik zeer slecht. Maar de grote vraag was wat ik moest leren, wat we moesten, of wat we aan het leren waren. Mijn oudere schoolvriend was enorm in de weer met zijn 16-jarige vriendin, hij kon het ruiken wanneer zij menstrueerde. Dat had ik nog niet geleerd, want daarover zong Bruce Springsteen niet.

Hier in het open raam staat mijn plant met rode bloesems. Die draai ik regelmatig, zodat het groen zich gewent aan het daglicht, en dat er dus voor leert om rondom uit te groeien. Geen Tournesol, gewoon een huiskamerplant, je ziet hem sinds kort gelukkig vaker.

Het is nu twee uur ’s nachts, dus geen zon. Maar door het venster komt geluid binnen. Opmerkelijk genoeg is er nog een klokkentoren die vanwege het tijdstip slaat, ergens, erg onzuiver (geen Hemony-klokken!), ver weg. Het is dat uurwerk niet afgeleerd om zo laat nog te slaan. Het doet z’n best; het oefent de afstand tot mijn oor, per seconde driehonderd meter.
Martine had waarschijnlijk, een ooglid nauwelijks verbaasd optrekkend, iets gezegd in de trant van: “Ach, het kind weet niet beter.”

P. S.
Hieronder een prachtige en toepasselijke tekening van de onovertroffen Hein de Kort.

Gepubliceerd door hnsgls

Het is me intussen, omdat het me inviel, duidelijk geworden dat ik vignetten schrijf. Geen korte verhalen. Een soort broche, dus, of een dasspeld of een oorbel die ik aan mijn leven vastprik. Dat er thematisch weinig touw aan vast te knopen valt neem ik op de (ver)koop toe. Terugkerende gegevens zijn de beeldende kunst, architectuur, de liefde, taal en mijn wens om zoveel mogelijk zaken in het leven met elkaar te verbinden. Daarnaast publiceer ik af en toe een e-mail die ik aan deze of gene schrijf of heb geschreven. Mijn profielfoto is dertig jaar oud en een deel van een portret van drie galeriehouders, Milco, Adriaan en mezelf, dat in 1990 gemaakt werd door Paul Blanca. Speels doel van Paul was, denk ik, om ons er zo ijdel mogelijk op te zetten en dat lukte goed.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: