Over het Openen van Ramen

(Long as I can see the light)

Pierre Bonnard – Fenetre ouverte sur la mer – 52,3 x 38,4cm-1919

Het is eind maart en ik zit op een terrasbank op een rustiek pleintje in Amsterdam-Zuid; in De Pijp, eigenlijk. Het cafeetje waar mijn terras bij hoort is onderdeel van een fraai Amsterdamse Schoolcomplex van zo’n vijftig bij twintig meter, opgeleverd in 1920 en ontworpen door de onvermijdelijke architect Piet Kramer. Dit complex neemt het gehele deel van de langere, oostelijke zijde van het pleintje in beslag.
Ik zit op een plek waarvan ik weet dat de nog jonge voorjaarszon me tussen vier en vijf uur op m’n toetje zal schijnen. De eigenares van het café, geïnteresseerd in cultuur en zo, is erg mooi, maar wel spichtig. Bij de vorige vroege lentedag stiftte ze, kort nadat ik arriveerde, haar lippen vuurrood. Voor mij, nam ik voor het gemak maar aan, hoewel een voorspoedige verhouding, onder andere door ons leeftijdsverschil, me vooralsnog niet in het verschiet lijkt te liggen en ik eigenlijk ook spichtig ben.
Ik lees een mooi boek, maar pauzeer bij tijd en wijle en kijk dan om me heen of luister naar naburige gesprekken. Naast me op de bank vergelijken twee jongere vrouwen hun mislukte en tijdelijk geslaagde relaties; twee tafeltjes verder op het terras praten twee mannen over vrouwen. Ik drink daarbij een Italiaans biertje.
Volgende week wordt het weer een stuk frisser.

In de noordelijke, kortere, gevelrij (laat 19de-eeuws, maar verder best in orde) lapt een vrouw haar uitzicht en schuift daarna een raam omhoog en steekt een sigaret op. Klaarblijkelijk rookt ze binnen liever niet. Halverwege de sigaret verdwijnt ze, maar prompt daarop gaan de dubbele deuren naar haar Franse balkonnetje open en zet ze zichzelf neer op een klapstoeltje in de zon.
Hoe oud, mooi, of lelijk ze is, kan ik, vanwege de afstand en het gebrek aan mijn verrekijker niet duiden, maar dat speelt nu ook even geen rol. Vanaf haar tweede etage heeft ze een vergelijkbaar zicht op het plein met platanen als ik, maar dan in vogelperspectief.
Ik vind dat het opendraaien, openklappen of openschuiven van een raam iets magisch heeft. De amorfe eigenschappen van glas, die me altijd enige angst inboezemen, dragen er zorg voor dat je “binnen” zit, terwijl je toch informatie krijgt over “buiten”. Ik vind dat een geweldige uitvinding. Vroeger, toen vensterglas nog niet kon worden gefabriceerd, kwamen buiten en binnen op hetzelfde neer, behalve dat je buiten natregende en binnen niet. En toen vensterglas nog heel duur was nam de adel, wanneer ze naar hun zomerkasteel verhuisde, het glas mee om, al was het prachtig weer, toch ook af en toe “binnen” te kunnen zitten.

In het huis waar ik opgroeide hadden we ramen die je naar boven opentilde. Die zijn, per definitie, zwaar en daarom waren ze ook, met onzichtbare ophanging aan touwen, voorzien van contragewichten, zodat ook mijn moeder bijvoorbeeld, die handeling zonder problemen kon verrichten. Niet dat dat vaak gebeurde, want ons huis stond aan een drukke straat vol autogassen en lawaai. Uiteindelijk konden de ramen helemaal niet meer open omdat voornoemd touw vergaan en daardoor gebroken was.
Vanuit de woonkamer, die zich tegen alle regels in op éen hoog bevond, hadden we natuurlijk zicht op de overkant van de straat. Naast de kunstschilder Kees Verwey, die mij nog eens zou portretteren, kwam daar menig ander karakteristiek type voorbij. De Trompetter, die was blijven hangen in een drugspsychose, waardoor hij, in het openbaar, ellenlange speeches over niets hield, maar hij speelde nog wel zijn instrument. Of De Blote Voetenman, zijn epitheton beschrijft zijn markantste aspect, die zich, ook nog eens, altijd in pyjama kleedde maar zonder gêne stevig doorstapte. Beiden gaven echter geen sjoege op ons bestaan achter het bovenraam. Maar er was wel degelijk De Turk Met Het Been, die dagelijks passeerde en ons zwaaiend groette, evenals wij hem. Tot een nadere kennismaking kwam het nooit en niemand voelde daar een noodzaak toe.
Tevens trof het enorm dat zich tegenover ons de hoofdvestiging van de stedelijke brandweer bevond. Naast het enorme voordeel dat het mijn vader enige procenten in de kosten van een vrijwel kosteloze brandverzekering scheelde, leverde het ook onophoudelijk sociaal contact met de mannen op, want de kazerne was natuurlijk dag en nacht bezet.
Kortom: het kijken en zwaaien, van binnen naar buiten, en vice versa, werd mij met de paplepel ingegoten. Ook doordat we vader, die een eind verderop in de stad zijn baan had, elke dag, ’s ochtends en na het middageten, uitzwaaiden tot hij onzichtbaar was geworden.

Een raam is dus wel iets bijzonders: je kunt je er achter verschuilen, eventueel met de gordijnen dicht, of je kunt het open doen wanneer je de buitenwereld durft in te ademen. Kunstenares Yoko opent ostentatief de luiken wanneer John Imagine zingt.

De kunstenaar Tim Ayres, die met grote regelmaat tekst tot beeldend onderwerp van zijn schilderijen maakt, heeft ooit een werk gemaakt dat voorstelde: Finally I’ve opened all the windows. Het geluk dat uit deze voorstelling straalt weerspiegelt tevens een wanhoop die aan de uitspraak vooraf ging.
Om even binnen de wereld van de beeldende kunst te blijven (op muziek kom ik zo dadelijk): Picasso, Matisse, Vermeer, De Hoogh, Bonnard en vele anderen hebben het venster, als beeldend onderdeel, regelmatig in hun schilderijen opgenomen. En niet alleen als licht brengend element in het afgebeelde interieur.

Wandelend door stedelijke straten en grachten kijk ik ook altijd door ramen naar binnen om te zien wat men zoal aan wanddecoratie heeft hangen. Een enkele keer heb ik wel eens aangebeld om te vragen of ik een schilderij nader mocht bekijken. Dat mocht meestal. Toon mij uw venster en ik vertel u wie u bent, als het ware.
Als ik nu uit mijn eigen raam, op een tweede verdieping, kijk zie ik in metselstructuren gevatte vensters aan de overkant. Nou ben ik ook geïnteresseerd, want niets menselijks is mij vreemd, in metselwerk en voegen, maar in dit geval zijn die niet erg boeiend want ze komen uit een wat minder sterke periode, wat architectuur betreft. Mijn straat is, relatief, aan de nauwe kant dus onlangs zwaaide een overbuurman naar me terwijl ik de lucht bestudeerde en stak zelfs zijn duim omhoog; waarom mag Joost weten, maar ik groette natuurlijk van harte terug. In een ander raam zit vaak een jong stel naar een televisie te kijken, met hun ruggen naar mij toe. Serieuze redenen om hiervoor m’n verrekijker uit zijn huls te halen heb ik dus nog niet kunnen verzinnen.

John Fogerty schreef voor zijn band Creedence Clearwater Revival het lied Long as I can see the light. Het begint met de zin Put a candle in the window. De tekst lijkt in eerste instantie uit elkaar te vallen, want de ik-persoon maakt duidelijk dat hij weg wil, op een reis móet. Het kwartje valt echter wanneer hij aangeeft om zeker ook terug te willen komen. En dat de brandende kaars in het raam zijn anker is. “Wacht op mij, wees er voor mij als ik terug kom”. Het raam als een soort worm hole waardoor je naar het licht kunt gaan, maar er ook weer door kan terugkeren.

Twee kunstenaars, John Cage en Neil Diamond, ervaren muziek wanneer ze het raam openen. Cage, een nogal esoterisch typje, maar zeer invloedrijk en bekend van zijn pianocompositie Vier Minuten en Drieëndertig Seconden Stilte, heeft ook een tamelijk kaal werk geschreven dat bestaat uit het openen van een venster in New York City. Het lawaai van sirenes, auto’s, een blaffende hond, kan het muzikaal resultaat zijn, als een brute maar eerlijke melodie. Mogelijk in navolging hiervan schrijft Neil Diamond, een nogal Middle-of-the-Road typje (maar ik ben een groot fan), het lied Beautiful Noise (coming down from the street). Hierin benoemt hij de stadsgeluiden die door een geopend raam naar binnen komen als een op zichzelf staande schoonheid. Hij zingt er dus over als een wederzijdse liefdesverklaring: van de stad aan hem terwijl hij de grote stad bezingt.
Nee, dan heb je ook nog Van Morisson met zijn lied Cleaning Windows over het zeer zinnige beroep van ramenwasser, waarin hij uitspreekt dat hij een gelukkig man is, op de toppen van zijn kunnen.
En Frank Sinatra zingt in Out beyond the window, dat hij elk jaar een etage hoger gaat wonen en, intussen, de hemel bijna kan aanraken en dat hij de wolken kan verschuiven. Maar er zijn bijna geen wolken meer en komt er niemand meer bij hem langs.

Het openen van een raam en het daarna, later, weer sluiten, is als een zeer trage knipoog. En wat je, tijdens die knipoog,  gezien of gemist hebt kan wel een tijdje een raadsel blijven. Door een voordeur stap je naar buiten, de wereld in. Door een raam ben je waarnemer, of wordt je, eventueel, waargenomen, in voor- en tegenspoed. Een open raam is als een liefde op de lagere school (hierbij moet ik zelf denken aan Ellie Dekker): er gebeurt niks, je weet van niks, maar je voelt van alles. Een flakkerend vuur halverwege iets of niets worden, om het maar eens weinig dynamisch uit te drukken.
Na dit alles grondig te hebben overdacht, waardoor mijn bierglas leeg is, zie ik, tachtig meter van me vandaan, door de nog kale platanen heen, de vrouw haar balkondeuren sluiten, het vensterglas kussen, en zich terugtrekken in een wereld waar ik geen donder mee te maken heb.

Voor Han!

Amsterdam, 29 maart 2019

Hans Gieles

Gepubliceerd door hnsgls

Het is me intussen, omdat het me inviel, duidelijk geworden dat ik vignetten schrijf. Geen korte verhalen. Een soort broche, dus, of een dasspeld of een oorbel die ik aan mijn leven vastprik. Dat er thematisch weinig touw aan vast te knopen valt neem ik op de (ver)koop toe. Terugkerende gegevens zijn de beeldende kunst, architectuur, de liefde, taal en mijn wens om zoveel mogelijk zaken in het leven met elkaar te verbinden. Daarnaast publiceer ik af en toe een e-mail die ik aan deze of gene schrijf of heb geschreven. Mijn profielfoto is dertig jaar oud en een deel van een portret van drie galeriehouders, Milco, Adriaan en mezelf, dat in 1990 gemaakt werd door Paul Blanca. Speels doel van Paul was, denk ik, om ons er zo ijdel mogelijk op te zetten en dat lukte goed.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: